De grootste kennisbank van het HBO

Inspiratie op jouw vakgebied

Vrij toegankelijk

Terug naar zoekresultatenDeel deze publicatie

Onderzoek naar het effect van het aanbieden van een module sensopatische beeldende werkvormen op de beleving van de ANpatiënten van de opnamegroep van Rintveld, centrum Eetstoornissen, in Zeist.

Rechten: Alle rechten voorbehouden

Onderzoek naar het effect van het aanbieden van een module sensopatische beeldende werkvormen op de beleving van de ANpatiënten van de opnamegroep van Rintveld, centrum Eetstoornissen, in Zeist.

Rechten: Alle rechten voorbehouden

Samenvatting

In dit onderzoek wordt onderzocht wat het effect is van het aanbieden van de module sensopatische beeldende werkvormen op de beleving (van gevoel, zintuigen en spel) van de ANpatiënten van de opnamegroep van Rintveld, centrum Eetstoornissen in Zeist.
T.a.v. de gevoelsbeleving
- De ingezette werkvormen hebben een effect op de stemming van de patiënten wat af te leiden is uit een verschil in stemming voor en na de sessie.
- Ook het spelen/experimenteren met materialen heeft een effect op de stemming van de patiënten.
- De zin om te komen wisselt per werkvorm en wordt nauwelijks beïnvloed door de werkvorm of door de ervaring tijdens de sessie. Kennelijk spelen externe factoren hierin een bepalende rol.
T.a.v. de zintuiglijke beleving
- Elk materiaal heeft een bepaalde gevoelsmatige aantrekkingskracht die subjectief bepaald wordt door de persoonlijkheid van de cliënt, zijn/haar normale omstandigheden en de therapeutische situatie. Het feit dat de beleving van het materiaal vanaf werkvorm 3 gaat wisselen, zou kunnen berusten op toeval, maar je zou er ook uit af kunnen leiden dat de patiënt meer trouw wordt aan de eigen beleving en zich minder sociaal-wenselijk opstelt.
- In alle gevallen werd als belangrijkste zintuigen genoemd “voelen” en “zien”.
Dit wordt waarschijnlijk veroorzaakt door het feit dat tijdens de therapiezittingen de meeste nadruk bij de werkvormen (aanbod van materiaal en wijze van aanbieden) lag op deze zintuigen en minder op “horen” en “ruiken”.
- Het aantal associaties wisselde per materiaal en lijkt in de loop van het onderzoek toe te nemen. Dit zou er op kunnen duiden dat het associatief vermogen van de patiënten toeneemt, ook de onderlinge stimulans kan hierbij een rol spelen.
T.a.v. de spelbeleving
- De werkvormen “Voelen en afbeelden van voorwerpen” en “Spelen/experimenteren met papier” werd door iedereen als plezierig ervaren, voor de overige werkvormen is de beleving wisselend.
- In de uitnodiging van het materiaal zijn zowel de lichaamsgebonden (aanraken, vouwen, enz) als de vormgevende ervaringsordening (wat kun je ermee) terug te zien.
- Of een patiënt vaker met een materiaal wil werken wordt voor een groot deel bepaald door de succeservaring. Deze succeservaring zijn afhankelijk van de individuele patiënt.
T.a.v. het werkstuk
- De waardering en de tevredenheid voor het eigen werkstuk zou een maat kunnen zijn voor de spelbeleving. Toename in de flexibiliteit hiervan zou kunnen duiden op toename van de spelbeleving. Dit heeft ook te maken met het loslaten van perfectionisme.

Voor reacties: marianne.salm@planet.nl

Toon meer
OrganisatieHogeschool Utrecht
OpleidingCreatieve Therapie
AfdelingInstituut Social Work
PartnerRintveld te Zeist
Jaar2007
TypeBachelor
TaalNederlands

Op de HBO Kennisbank vind je publicaties van 26 hogescholen

De grootste kennisbank van het HBO

Inspiratie op jouw vakgebied

Vrij toegankelijk