De grootste kennisbank van het HBO

Inspiratie op jouw vakgebied

Vrij toegankelijk

Terug naar zoekresultatenDeel deze publicatie

A-specifieke chronische lage rugklachten : stabiliteitstraining versus conventionele oefentherapie, welke geeft een beter functioneel resultaat?

Rechten: Alle rechten voorbehouden

A-specifieke chronische lage rugklachten : stabiliteitstraining versus conventionele oefentherapie, welke geeft een beter functioneel resultaat?

Rechten: Alle rechten voorbehouden

Samenvatting

Samenvatting
In de westerse samenleving vormen lage rugklachten de meest voorkomende klachten aan het houdings- en bewegingsapparaat. Binnen de grote groep, chronische a-specifieke lage rugklachten, wordt er veel onderzoek gedaan naar de effectiviteit van verschillende interventies. Deze interventies worden zowel gecombineerd als onderling met elkaar vergeleken. De onderzoeksopzetten zijn zeer divers. Men schept in het verlengde hiervan ook geen eenduidigheid over de begrippen stabiliteit, stabiliteitstraining en conventionele oefentherapie. In elk onderzoek heeft men de stabiliteitsprincipes van Panjabi (1992) als basis gebruikt. Echter blijft over de begrippen nog onduidelijkheid bestaan.
Het doel van deze literatuurstudie is om na te gaan wat er in de literatuur bekend is over core-stability training ten opzichte van een conventioneel fysiotherapeutisch oefenprogramma. Met dit artikel wordt getracht de volgende hoofdvraag te beantwoorden. Heeft stabiliteistraining van structuren rond de lumbale wervelkolom bij patiënten met chronische a-specifieke lage rugklachten een beter functioneel resultaat in vergelijking met conventionele oefentherapie?
Methode: Voor deze literatuurstudie werden 34 artikelen geselecteerd die gepubliceerd zijn vanaf het jaar 2003 tot heden, te verdelen in 3 reviews en 31 Randomized Control Trials.
Naast deze 34 artikelen is er ter ondersteuning van stabilisatietraining en de werking van de stabilisatiemechanismen gebruik gemaakt van de onderzoeken van bekende wetenschappers zoals Panjabi (1992), Richardson en Jull (1995, 2004), Hides , en O’Sullivan (2000). De kwaliteit van de onderzoeken werden bepaald met behulp van de Pedro Scale (1999).
Resultaten: De resultaten die voortvloeien uit de onderzoeken zijn divers. Op korte termijn zijn er verschillen waarneermbaar tussen de behaalde resultaten van de verschillende onderzoeken. Op lange termijn zijn er tussen de verschillende onderzoeken echter geen significante verschillen te zien wat betreft de gebruikte interventies.
Conclusie: Er kan geen eenduidige conclusie gesteld worden, gezien het feit dan men aan het oriënteren is wat de best mogelijke onderzoeksopzet is. Hierdoor lopen de onderzoeksopzetten uiteen en kan men geen eenduidigheid scheppen over het desbetreffende probleem, ‘heeft stabiliteitstraining een meerwaarde in vergelijking met conventionele oefentherapie bij mensen met chronische aspecifieke lage rugklachten’.
Men dient in de toekomstige onderzoeken de aandacht te richten op de indeling van patiënten in subgroepen met als doel een zo effectief mogelijke behandeling voor deze doelgroep te kunnen geven. Verder onderzoek hiernaar is wenselijk, gezien het feit dat lage rugklachten de meest voorkomende klachten vormen aan het houdings- en bewegingsapparaat.

Toon meer
OrganisatieHogeschool Utrecht
AfdelingBewegingsstudies
Jaar2008
TypeBachelor
TaalNederlands

Op de HBO Kennisbank vind je publicaties van 26 hogescholen

De grootste kennisbank van het HBO

Inspiratie op jouw vakgebied

Vrij toegankelijk