De grootste kennisbank van het HBO

Inspiratie op jouw vakgebied

Vrij toegankelijk

Terug naar zoekresultatenDeel deze publicatie

Uitvoeringsbeleid propaantanks voorGemeente en Milieudienst : Onderzoek beleidsopties en aanbevelingen

Rechten: Alle rechten voorbehouden

Uitvoeringsbeleid propaantanks voorGemeente en Milieudienst : Onderzoek beleidsopties en aanbevelingen

Rechten: Alle rechten voorbehouden

Samenvatting

In de praktijk is gebleken dat gemeenten en Milieudiensten vaak moeite hebben met het uitvoeren van haar wettelijke taken op grond van de Wet milieubeheer ten aanzien van propaantanks. Een uitvoeringsbeleid kan wellicht uitkomst bieden. Daaraan gaat echter een gedegen voorbereiding vooraf. In de afgelopen maanden is onderzocht welke wetgeving voor propaantanks van toepassing is en welke voorschriften daaraan verbonden zijn. Hierbij heeft de nadruk gelegen op de diverse veiligheidsafstanden die aangehouden moeten worden en de juridische hardheid daarvan. Tevens zijn de daadwerkelijke risico’s van propaantanks onderzocht en vergeleken met gestelde afstandseisen.
Gebleken is dat de afstanden met betrekking tot voorschrift 8.1.4 van het Besluit voorzieningen en installaties milieubeheer (BVIM), die van toepassing is op veruit de meeste propaantanks, erg ruim zijn omdat deze zijn gebaseerd op de oude Integrale Nota LPG (jaren ’80). In de praktijk zijn de afstanden moeilijk handhaafbaar in gebieden waar geen gasnet aanwezig is. Van de normen kan niet worden afgeweken indien een propaantank valt onder het BVIM. Dit probleem kan dan ook niet middels een uitvoeringsbeleid worden opgelost. Wel luidt het advies om terughoudend te zijn met het neme van rigoureuze maatregelen zoals saneringen. Dit mede met het oog op de nabije komst van nieuwe wetgeving, waarin waarschijnlijk de afstandseisen zijn aangepast.
In de vergunninglening is het gebruikelijk om voor een groot deel voorschriften uit het BVIM over te nemen. Met de conclusie dat de afstanden uit BVIM niet meer voldoen aan de huidige inzichten, mag de vraag worden gesteld of het nog wel redelijk is om deze aanpak door te zetten. In een uitvoeringsbeleid kunnen afspraken hierover worden gemaakt.
Bij het maken van een uitvoeringsbeleid moeten met een aantal zaken rekening worden gehouden. Ondermeer moet het uitvoeringsbeleid mede van toepassing zijn op propaantanks bij particulieren. Gebleken is dat particuliere propaantanks onder de Wet milieubeheer vallen en daarom moeten voldoen aan onderhavige regelgeving met de daarbij gestelde afstandseisen. Ondanks dat een klant vertrouwt op de kennis en kundigheid van de leverancier, moet de handhaving van regels worden gericht op ‘de drijver van de inrichting’. Dit is in (vrijwel) alle gevallen de klant zelf. Vaak wordt door de klant verzuimd om propaantank te melden bij het bevoegd gezag, hetgeen wel verplicht is gesteld. Mede daarom is gekeken naar de rol van de leverancier en de mogelijkheden tot het afdwingen van gegevens. Gebleken is dat er in de lijn van de bestaande jurisprudentie naar verwachting onvoldoende basis is om leveranciers te dwingen gegevens van klanten af te staan aan het gemeentelijk bevoegd gezag. De resultaten en uitkomsten zijn doorvertaald naar een aantal beleidsopties. Deze kunnen nader worden uitgewerkt in een uitvoeringsbeleid.
Omdat het melden van propaantanks los staat van het al dan niet voldoen aan deze meldingsplicht kan ‘omgekeerde handhaving’ plaatsvinden. Aanbevolen wordt om de handhavingsstrategie voor ‘stand-alone’-propaantanks (propaantanks die geen onderdeel uitmaken van een grotere inrichting) aan te passen en voortaan projectmatig vorm te geven. De meldingsplicht wordt dan in de handhaving meegenomen.
Een handhavingsproject kan gebiedsgericht of leveranciergericht plaatsvinden. Een gebiedsgerichte aanpak is het eenvoudigst: er worden een aantal gebieden geselecteerd waar veel propaantanks aanwezig zijn. Dit zijn de gebieden waar geen vast gasnet aanwezig is en/of waar zich veel glastuinbouwbedrijven bevinden. Het gebruik van de diensten van stagiairs of studenten is hierbij een goede mogelijkheid.
Tijdens de controles valt terughoudende handhaving aan te bevelen indien blijkt dat een propaantank niet voldoet aan de afstanden naar externe objecten die zelf niet beschikken over een propaantank.

Toon meer
OrganisatieHogeschool Utrecht
OpleidingMilieukunde
AfdelingGebouwde Omgeving
PartnerMilieudienst Midden-Holland
Jaar2006
TypeBachelor
TaalNederlands

Op de HBO Kennisbank vind je publicaties van 26 hogescholen

De grootste kennisbank van het HBO

Inspiratie op jouw vakgebied

Vrij toegankelijk