De grootste kennisbank van het HBO

Inspiratie op jouw vakgebied

Vrij toegankelijk

Terug naar zoekresultatenDeel deze publicatie

Ketenpartners; samen- of tegenwerken?

Een onderzoek naar de samenwerking tussen ketenpartners bij het inzetten van interventies in Amsterdam West met als doel criminalisering van jeugdgroepen beperken

Rechten:

Ketenpartners; samen- of tegenwerken?

Een onderzoek naar de samenwerking tussen ketenpartners bij het inzetten van interventies in Amsterdam West met als doel criminalisering van jeugdgroepen beperken

Rechten:

Samenvatting

In dit onderzoek wordt getracht de volgende centrale vraag te beantwoorden; ‘Op welke wijze kan de samenwerking tussen de ketenpartners rond de inzet van interventies verbeterd worden om criminalisering van jeugdgroepen te beperken?’. In opdracht van de wijkagent Chassébuurt, Nationale Politie Eenheid Amsterdam district West, en in samenwerking met een projectleider Jeugd en Veiligheid van de gemeente Amsterdam stadsdeel West, zal dit onderzoek uitgevoerd worden.

In dit onderzoek staat centraal dat de wijkagent Chassébuurt, Nationale Politie Eenheid Amsterdam district West, ziet dat overlastgevende en hinderlijke jeugdgroepen een grotere kans hebben om zich te ontwikkelen tot een criminele jeugdgroep.
Omdat criminele groepen heftigere problematiek met zich meebrengen heeft dit als gevolg dat er meer criminaliteit ontstaat en dat deze ook ernstiger van aard is. Daarnaast zijn leden van een criminele jeugdgroep niet bang om geweld te gebruiken, waardoor de geweldsmisdrijven mogelijk ook zullen toenemen. De veiligheid op straat, in de wijk en openbare ruimten komt daardoor in het geding. Net als de veiligheidsgevoelens onder burgers.
Het onderzoek zal bijdragen aan kennis over interventies voor jongeren, de samenwerking tussen ketenpartners rond deze interventies en ervaringen van de ketenpartners. Op deze manier zou de Politie samen met de gemeente Amsterdam stadsdeel West kunnen kijken, hoe de samenwerking tussen ketenpartners rondom interventies zou kunnen worden verbeterd.

Uit dossieronderzoek, documentenanalyse en half gestructureerde interviews is gebleken dat iedere ketenpartner bij het inzetten van interventies een andere werkwijze hanteert. Dit zorgt ervoor dat het samenwerken tussen ketenpartners en andere professionals niet altijd goed verloopt. Daarnaast zorgt het hanteren van een andere werkwijze door iedere ketenpartner ervoor dat de jongere en zijn gezin niet voldoende worden geholpen.
Vanuit de gemeente Amsterdam stadsdeel West is maar één interventie voor een jongere uit een overlastgevende of hinderlijke jeugdgroep ingezet. De andere jongeren uit deze overlastgevende of hinderlijke jeugdgroep hebben alleen interventies en/of straffen vanuit het Jeugdzorgrecht of Jeugdstrafrecht ondergaan.
De ervaringen van de ketenpartners hebben ervoor gezorgd dat er een lijst van bevorderende en belemmerende factoren is ontstaan. Deze factoren kunnen ervoor zorgen dat een interventie voor een jongere een grotere kans van slagen heeft.

Naar aanleiding van de resultaten en de daarop volgende conclusie zijn de volgende aanbevelingen gedaan:
Het opstellen van een gezamenlijk plan van aanpak. Dit gezamenlijke plan van aanpak dient ervoor te zorgen dat professionals in een gebied, wijk, buurt of op een plein beter samen gaan werken. Er dient een focus te komen op één, door professionals gekozen, probleem. Aan de hand van dit probleem kan er gekeken worden welke professionals een bijdrage kunnen leveren aan het oplossen van dit probleem. Wanneer het eerste probleem is opgelost kan er gekeken worden wat er verder aangepakt dient te worden.

Bestaande en nieuwe interventies dienen getoetst moeten worden aan de belemmerende en bevorderende factoren uit dit rapport. Door middel van ervaringen van professionals zijn belemmerende en bevorderende factoren tot stand gekomen. Deze factoren zijn gebaseerd op de praktijk en kunnen ervoor zorgen dat de interventie voor een jongere een grotere kans van slagen heeft.

De laatste aanbeveling is om te kijken welke professionals een eigen zorgindicatie kunnen afgeven. De zorgindicatie zorgt er op dit moment voor dat een interventie niet zomaar ingezet kan worden. Dit zorgt bij zowel professionals voor vertraging in het interventie proces. Wanneer een jongere openstaat voor een interventie dient deze zo snel mogelijk ingezet te worden.

Toon meer
OrganisatieHogeschool Leiden
OpleidingSociaal-Juridische Dienstverlening
AfdelingFaculteit M&B
PartnerNationale Politie, Eenheid Amsterdam District West
Datum2016-11-02
TypeBachelor
TaalNederlands

Op de HBO Kennisbank vind je publicaties van 26 hogescholen

De grootste kennisbank van het HBO

Inspiratie op jouw vakgebied

Vrij toegankelijk