De grootste kennisbank van het HBO

Inspiratie op jouw vakgebied

Vrij toegankelijk

Terug naar zoekresultatenDeel deze publicatie

Het effect van Myofasciale Release als aanvulling op de huidige KNGF-behandelstrategie bij nekpijn

Een vergelijking met de literatuur

Rechten: Alle rechten voorbehouden

Het effect van Myofasciale Release als aanvulling op de huidige KNGF-behandelstrategie bij nekpijn

Een vergelijking met de literatuur

Rechten: Alle rechten voorbehouden

Samenvatting

Nekpijn is de op drie na grootste categorie van fysieke klachten. Volgens cijfers van Nivel was de incidentie binnen de Nederlandse huisartsenpraktijk in 2015 22,7 per 1000 patiëntjaren en de prevalentie 20,8 per 1000 patiëntjaren. Ongeveer 50-85% van de nekpijnpatiënten zal deze klachten nog steeds of opnieuw ervaren in de 5 jaar volgend op het eerste incident. Gezien nekpijn veel voorkomt en vaak recidiverend is, is het belangrijk om de behandelmethode te optimaliseren en de kans op recidief te verlagen. De huidige aanbeveling volgens het Koninklijk Nederlands Genootschap voor Fysiotherapie(KNGF) bestaat uit Manuele Therapie en oefentherapie. De relatief nieuwe, en nog weinig onderzochte, therapievorm Myofasciale Release lijkt echter ook veelbelovend en kan de behandelstrategie mogelijk optimaliseren. Het doel van dit onderzoek is om te achterhalen of de toepassing van Myofasciale Release als aanvulling op de huidige KNGF-behandelstrategie voor nekpijn een groter behandelresultaat oplevert om zodoende in de toekomst een betere behandelstrategie voor deze patiëntengroep te ontwikkelen.
De onderzoeksopzet was een cohortstudie waarin volwassenen(18+) met nekpijn 6 behandelsessies ontvingen met Myofasciale Release, Manuele Therapie en oefentherapie(MRMT). Het effect op pijn en ervaren mate van beperking werd gemeten bij baseline en direct na afronding middels Numeric Pain Rating Scale en Neck Disability Index. De resultaten werden vergeleken met literatuur, verkregen via PubMed, waarin het behandeleffect van Manuele Therapie in combinatie met oefentherapie(MTex) onderzocht werd.
De MRMT-groep liet op alle metingen een klinisch relevante afname(NPRS: 3.7, NPRSergst: 3.7, NDI: 8.0) zien, maar alleen de gemiddelde pijn liet een significante verbetering zien(NPRS: p=0.026, NPRSergst: p=0.068, NDI: p=0.123). De effect size was voor alle uitkomsten “Very Large”(NPRS: d=1.72, NPRSergst: r=0.75) of “Large”(NDI: d=0.93). In vergelijking tot de MTex-groepen liet de MRMT-groep de grootste pijnreductie zien bij participanten met recidiverende nekpijn en de op één na laagste afname op de NDI. De power van de studie bedroeg 0.54.
Deze studie laat zien dat volwassenen met nekpijn een klinisch relevante afname van pijn en ervaren mate van beperking kunnen verwachten bij behandeling middels MRMT. In ieder geval binnen een volwassen vrouwelijke populatie. In vergelijking tot de MTex-groepen behaalde de MRMT-groep de grootste pijnreductie bij patiënten met recidiverende nekpijn. Dit zou voor deze grote groep patiënten een verlichting kunnen geven middels een toekomstige behandelmethode waarbij MR als additieve therapie ingezet wordt. Ook al werd er geen statistische significantie gevonden voor de andere uitkomstmaten, toch was hierin een grote afname zichtbaar wat gezien de kleine onderzoekspopulatie veelbelovend is. Vanwege de power van het onderzoek en de wijze van vergelijken met MTex kunnen er echter geen harde conclusies getrokken worden over de effectiviteit dan wel de individuele bijdrage van de gebruikte interventies. Vervolgonderzoek is geïndiceerd.
Samenvatting ook in het Engels

Toon meer
OrganisatieHanzehogeschool Groningen
OpleidingFysiotherapie
AfdelingAcademie voor Gezondheidsstudies
Jaar2017
TypeBachelor
TaalNederlands

Op de HBO Kennisbank vind je publicaties van 26 hogescholen

De grootste kennisbank van het HBO

Inspiratie op jouw vakgebied

Vrij toegankelijk