De grootste kennisbank van het HBO

Inspiratie op jouw vakgebied

Vrij toegankelijk

Terug naar zoekresultatenDeel deze publicatie

Onderzoek naar fysieke fitheidstesten bij kinderen met een verstandelijke- of meervoudige beperking

Rechten: Alle rechten voorbehouden

Onderzoek naar fysieke fitheidstesten bij kinderen met een verstandelijke- of meervoudige beperking

Rechten: Alle rechten voorbehouden

Samenvatting

Inleiding
In Nederland wonen ongeveer 142.000 mensen met een verstandelijke beperking. De helft hiervan zijn kinderen onder de 18 jaar (Tierolf, 2013). Uit recent onderzoek blijkt dat mensen met een verstandelijke- of meervoudige beperking over het algemeen te weinig bewegen om fysiek fit en gezond te blijven (Waninge, 2011). Er zijn verschillende testen beschikbaar om de fysieke fitheid van kinderen te meten. Echter sluiten deze testen niet aan op de behoefte van kinderen met een verstandelijke- of meervoudige beperking. De kinderen hebben moeite de testen te begrijpen of zijn fysiek niet in staat de test uit te voeren. Dit onderzoek richt zich op het inventariseren van de restricties van deze testen. Ook zal een deel van het onderzoek gewijd worden aan de eigen inbreng van therapeuten aan deze testen. Ten slotte zal er een advies worden geschreven voor een vervolgonderzoek naar de ontwikkeling van een nieuwe test.
Methode
De methode die in dit onderzoek wordt gebruikt is het kwalitatief onderzoek. In dit kwalitatieve onderzoek is er gebruikt gemaakt van diepte-interviews. Deze diepte-interviews richten zich op het verzamelen van informatie bestaande uit ervaringen en meningen van de participanten. Aan dit onderzoek hebben 12 fysiotherapeuten deelgenomen. De interviews zijn opgenomen en vervolgens uitgeschreven en verwerkt met behulp van het programma MaxQDA12. De thema’s doelgroep, therapie, fysieke fitheid, fysieke fitheidstesten en nieuwe test komen terug in de interviews. Er is gekozen voor deze thema’s omdat het belangrijk is inzicht te krijgen in deze onderwerpen voordat er een nieuwe test kan worden gemaakt.
Resultaten
Uit de resultaten blijkt dat de doelgroep bestaat uit een enorm diverse en brede groep. De kinderen hebben verschillende beperkingen en aandoeningen waardoor zij nauwelijks met elkaar te vergelijken zijn. Over de fysieke fitheid van de kinderen kunnen de therapeuten erg weinig vertellen, zij zouden dan ook graag een test hebben waarmee zij de fysieke fitheid kunnen meten. De therapeuten vertellen dat zij tegen een aantal restricties aanlopen bij de 6 minuten wandeltest en de shuttle run test. Bij deze testen mag vaak niet gemotiveerd of meegelopen worden. De therapeuten geven aan dit wel te doen omdat de kinderen anders de test niet volbrengen. Ook zijn deze testen vaak moeilijk te begrijpen voor de kinderen en raken ze snel afgeleid. De therapeuten vertellen verder dat zij geen waarde hechten aan de bestaande normwaardes. Als er een nieuwe test zou komen moet die aan veel eisen voldoen en de therapeuten zijn er niet zeker van of dit wel mogelijk is.
Conclusie
Uit de resultaten kan geconcludeerd worden dat de bestaande fysieke fitheidstesten niet aansluiten op de doelgroep. Ze voldoen niet aan de behoeften van de therapeuten en de kinderen die zij behandelen. De bestaande testen worden niet of nauwelijks gebruikt in de praktijk. Een nieuwe test zal functioneel, simpel en uitdagend moeten zijn. Ook moet het zijn toegestaan te helpen en te motiveren. Afsluitend moeten de kinderen tijd krijgen aan de nieuwe situatie te wennen.
Samenvatting ook in het Engels

Toon meer
OrganisatieHanzehogeschool Groningen
OpleidingFysiotherapie
AfdelingAcademie voor Gezondheidsstudies
Jaar2017
TypeBachelor
TaalNederlands

Op de HBO Kennisbank vind je publicaties van 26 hogescholen

De grootste kennisbank van het HBO

Inspiratie op jouw vakgebied

Vrij toegankelijk