De grootste kennisbank van het HBO

Inspiratie op jouw vakgebied

Vrij toegankelijk

Terug naar zoekresultatenDeel deze publicatie

Dossieronderzoek naar ondervoeding gemeten met de PG-SGA

Rechten: Alle rechten voorbehouden

Dossieronderzoek naar ondervoeding gemeten met de PG-SGA

Rechten: Alle rechten voorbehouden

Samenvatting

Vanuit onderzoeker P. Dewansingh is de vraag gekomen om dossieronderzoek te doen naar ondervoeding gemeten met de PG-SGA op de afdeling longziekten & cardiologie (B2) en de afdeling chirurgie (A1) van ziekenhuis Nij Smellinghe. Ondervoeding is een probleem binnen de Nederlandse gezondheidszorg dat verschillende negatieve gevolgen kan hebben voor de gezondheid van de patiënt. In de Nederlandse ziekenhuizen is 1 op de 4 patiënten ondervoed, voor ziekenhuis Nij Smellinghe geldt dat 22 tot 55 procent van de patiënten ondervoed zijn gemeten met de SNAQ en de PG-SGA. Uit onderzoek van Dewansingh (2018) is gebleken dat de PG-SGA 2,6 keer vaker ondervoeding categoriseert dan dat de SNAQ score dit doet. Door vroege herkenning en snelle behandeling van ondervoeding kunnen verschillende negatieve gevolgen van ondervoeding worden gereduceerd. Door middel van dit onderzoek is antwoord gegeven op de volgende vraagstelling: “Hoe snel schakelen verpleegkundigen van Nij Smellinghe op de afdeling longziekten & cardiologie en de afdeling chirurgie de behandelend arts in na een melding uit vak 3 van de PG-SGA en hoe verandert de score van patiënten met (een risico op) ondervoeding gedurende de opname?”.
Methode
Het onderzoek is uitgevoerd in de periode van september 2018 tot en met januari 2019 in ziekenhuis Nij Smellinghe. Het onderzoek is kwantitatief van aard en betreft een dossieronderzoek. Voor het dossieronderzoek zijn gedurende de maand november 286 patiëntendossiers geanalyseerd op een verhoogde score vanuit de PG-SGA. In de dossiers werden scores uit vak 3 van de PG-SGA geanalyseerd en werd gekeken hoe snel de verpleegkundigen contact opnamen met de arts over de symptomen uit vak 3. Bij een score van 4 of hoger werd de gehele opname gevolgd om te kijken of de score verandert gedurende de opname. De gegevens werden bijgehouden in het programma Castor en Microsoft Excel (2016). Voor de data-analyse werd gebruik gemaakt van het programma SPSS (2016).
Resultaten
Van de 286 patiënten scoorde 108 patiënten in vak 3 van de PG-SGA, dit betekent 37,8% van de populatie. Van de 108 patiënten waren 61 patiënten die een 4 of hoger scoorde in vak 3, deze mensen hadden een matig of verhoogd risico op ondervoeding. Dit komt neer op 21,3% van de gehele populatie. De patiënten werden op basis van leeftijd in twee groepen verdeeld. Groep 1 was jonger dan 65 jaar en bestond uit 36 patiënten en groep 2 was 65 jaar of ouder en bestond uit 72 patiënten. Er was geen significant verschil tussen de leeftijd en de opnamescore (U=1.207, z = -,584, p = ,559). Verder was er geen significant verschil tussen de afdelingen en de opnamescores (U=1.418, z = -,247, p = ,805). Op afdeling A1 namen verpleegkundigen in 59% van de gevallen contact op met de arts naar aanleiding van een melding uit vak 3 van de PG-SGA. Op afdeling B2 werd in 22% van de gevallen contact opgenomen met de arts.
Conclusie
Er kan geconcludeerd worden dat er op afdeling A1 gemiddeld 13 uur en 54 minuten over werd gedaan om contact op te nemen met de arts over de symptomen uit vak 3 van de PG-SGA. Op afdeling B2 was dit gemiddeld 13 uur. Het was lastig uit de rapportage te herleiden hoe snel verpleegkundigen precies contact opnamen met de arts naar aanleiding van de symptomen uit de PG-SGA. Dit is waarschijnlijk te wijten aan het feit dat het gebruik van de screening tool nog nieuw is en er kennis te kort is bij de verpleegkundigen over het belang van de PG-SGA. Er kon geen uitspraak worden gedaan over hoe de PG-SGA score uit vak 3 veranderde gedurende de ziekenhuisopname. Dit aangezien er te weinig patiëntendossiers waren die gedurende de opname twee of drie scores hadden gekregen. Om hier een representatief beeld van te krijgen is verder onderzoek nodig. Opvallend was dat 61 patiënten van de 286 gedurende de hele opname geen score hadden gekregen. Mogelijk heeft dit te maken met de opnameduur en de opnames in het weekend die niet zijn gescoord.

Toon meer
OrganisatieHanzehogeschool Groningen
OpleidingHBO-Verpleegkunde
AfdelingAcademie voor Verpleegkunde
Jaar2019
TypeBachelor
TaalNederlands

Op de HBO Kennisbank vind je publicaties van 26 hogescholen

De grootste kennisbank van het HBO

Inspiratie op jouw vakgebied

Vrij toegankelijk