De grootste kennisbank van het HBO

Inspiratie op jouw vakgebied

Vrij toegankelijk

Terug naar zoekresultatenDeel deze publicatie

De validiteit van een Linear Position Transducer (type: MR Cube) bij het meten van vermogen gedurende een back squat

Open access

Rechten:Alle rechten voorbehouden

De validiteit van een Linear Position Transducer (type: MR Cube) bij het meten van vermogen gedurende een back squat

Open access

Rechten:Alle rechten voorbehouden

Samenvatting

Aangezien een krachtplaat niet altijd een praktische en kosteneffectieve oplossing is, wordt een Linear Position Transducer (afgekort als LPT) steeds populairder als vervanger voor het meten van spiervermogen gedurende weerstandstraining. Zonder een valide en betrouwbaar meetinstrument kan verbetering of terugval gedurende de sportrevalidatie niet of nauwelijks objectief in maat en getal worden weergegeven. Evalueren van de voortgang van een revalidant wordt daardoor onmogelijk. De therapeuten van het Universitair Sport Medische Centrum Groningen vroegen zich af of een LPT een krachtplaat kon vervangen. De volgende vraagstelling voor deze scriptie is toen geformuleerd: ‘’Is een Linear Position Transducer (model: MR Cube) een valide instrument om spiervermogen te meten gedurende het uitvoeren van een back squat bij personen tussen de 20 en 35 jaar?’’. Deze scriptie heeft als doel om de validiteit van de aanwezige LPT voor het meten van spiervermogen in kaart te brengen. Om de validiteit van de LPT te onderzoeken werd het gemiddelde concentrische piekvermogen (uit vijf herhalingen) van een krachtplaat vergeleken met het gemiddelde concentrische piekvermogen (uit vijf herhalingen) van de LPT. Uit de statistische analyse moest blijken of er wel of geen samenhang is tussen de beide instrumenten. In totaal hebben 23 sportende participanten met een leeftijd variërend van 20 t/m 35 jaar meegedaan aan het onderzoek. De data bleek na analyse van de Q-Q plots en het uitvoeren van de toetsen van Kolmogorov-Smirnov en Shapiro-Wilk normaal verdeelt. Er werd een Pearson correlatiecoëfficiënt van r= ,772 gevonden en er was geen proportionele bias of systematische bias aanwezig. Een Bland-Altman plot werd gebruikt om de aanwezigheid van ‘random error’ (willekeurige fout) te analyseren, deze bedroeg ±120 Wattage. De ‘limits of agreement’ van de Bland-Altman plot lagen tussen de 130 en de -110 Wattage. Op groepsniveau lijkt er dus een redelijke samenhang tussen beide instrumenten. Echter zorgt het optreden van hoge ‘random error’ en de grote spreiding in de ‘limits of agreement’ er voor dat de LPT niet in staat is om (consequent) valide een verbetering of verslechtering van het spiervermogen bij sportende individuen tussen de 20 en 35 jaar oud te weergeven.
Desondanks kan naar mening van de auteur van dit artikel de LPT wel worden ingezet als toevoeging aan de oefentherapie gedurende het revalidatietraject. Indien de juiste modules worden gekozen zou de LPT bij kunnen dragen aan het trainen van bijvoorbeeld sport specifieke hoeksnelheden, het specifiek spieruithoudingsvermogen van een sporter of als leuke tool ter afwisseling om de motivatie van een revalidant te behouden.
Samenvatting ook in het Engels

Toon meer
OrganisatieHanzehogeschool Groningen
OpleidingFysiotherapie
AfdelingAcademie voor Gezondheidsstudies
Jaar2017
TypeBachelor
TaalNederlands

Op de HBO Kennisbank vind je publicaties van 26 hogescholen

De grootste kennisbank van het HBO

Inspiratie op jouw vakgebied

Vrij toegankelijk