Samenvatting

Achtergrond: Er is weinig bekend over de macronutriëntsamenstelling van de voeding van mensen met obesitas in Nederland. Daarnaast is het niet duidelijk of de consumptie van bepaalde macronutriënten bijdraagt aan het ontstaan van overgewicht. Dit is onderzocht binnen de Nederlandse Epidemiolgie van Obesitas studie. De NEO studie is een cohortonderzoek naar de oorzaken van ziekte bij mensen met overgewicht of obesitas.

Vraagstelling: De vraagstelling is tweeledig:
(1)Wat is de gemiddelde dagelijkse macronutriëntinname van mensen met overgewicht?
(2)Welk verband is er tussen de macronutriëntsamenstelling van de voeding en de mate van overgewicht bij mensen met overgewicht?

Methode: Het onderzoeksrapport bestaat uit een literatuuronderzoek en statistische analyses binnen de NEO studie. Voor het literatuuronderzoek is binnen Pubmed gezocht naar observationele studies. Voor de statistische analyses zijn de data gebruikt van 2436 deelnemers die tot nu toe hebben deelgenomen aan de NEO studie.
Van de voedingsinname van de deelnemers is een overzicht gemaakt en er zijn lineaire regressies uitgevoerd naar verbanden tussen de macronutriëntinname en de mate van overgewicht. Dit na het uitsluiten van deelnemers die onder- of overrapporteren of een dieet volgen.

Resultaten: Er wordt geen eenduidig verband gevonden tussen de energie-, koolhydraat-, en eiwitinname en de mate van overgewicht wanneer de resultaten uit observationele studies worden vergeleken. Dit kan mogelijk verklaard worden door het al dan niet corrigeren voor uiteenlopende confounders en verschillen in studie opzet. Het negatieve verband tussen de energie-inname en de mate van overgewicht
gevonden in dwarsdoorsnede-onderzoek kan worden verklaard door onderrapportage bij mensen met overgewicht. In observationele studies wordt een positief verband gevonden tussen de vetinname en de mate van overgewicht. Op basis van dwarsdoorsnede-onderzoek lijkt er een negatief verband te zijn tussen de koolhydraatinname en de mate van overgewicht, dit verband wordt niet ondersteund in vervolgonderzoeken. De resultaten met betrekking tot de eiwitinname zijn inconsistent. Na het uitsluiten van deelnemers van de NEO studie die onder- of overrapporteren (n=789) en deelnemers die een dieet volgen (n=237) blijven er 1410 deelnemers over voor de analyses. Zowel mannen als vrouwen met een hogere energie-inname hadden
een grotere middelomtrek, een hoger BMI en een hoger vetpercentage. Deelnemers met een hogere koolhydraatinname hadden een kleinere middelomtrek, onafhankelijk van leeftijd, de totale energie-inname, opleidingsniveau, etniciteit en rookgewoonten. Ook tussen de koolhydraatinname en de BMI enerzijds en het vetpercentage anderzijds was er een negatief verband. Bij mannen was er een positief verband tussen de vetinname respectievelijk de eiwitinname met de middelomtrek, de BMI en het vetpercentage. Bij vrouwen alleen tussen de vetinname en de middelomtrek, de BMI en het vetpercentage.