De grootste kennisbank van het HBO

Inspiratie op jouw vakgebied

Vrij toegankelijk

Terug naar zoekresultatenDeel deze publicatie

De inname van monomere en oligomere flavanolen bij patiënten met diabetes mellitus type 2 met microalbuminurie

een onderzoek naar de beïnvloeding van de inname van monomere en oligomere flavanolen bij patiënten met diabetes mellitus type 2 met microalbuminurie in de FLAVA trial

Rechten: Alle rechten voorbehouden

De inname van monomere en oligomere flavanolen bij patiënten met diabetes mellitus type 2 met microalbuminurie

een onderzoek naar de beïnvloeding van de inname van monomere en oligomere flavanolen bij patiënten met diabetes mellitus type 2 met microalbuminurie in de FLAVA trial

Rechten: Alle rechten voorbehouden

Samenvatting

Samenvatting
Introductie: Ondanks behandeling hebben patiënten met diabetes mellitus type 2 (DM2) nog steeds een verhoogd risico om micro- en macrovasculaire complicaties te ontwikkelen. Epidemiologische studies hebben associaties laten zien tussen de inname van monomere en oligomere flavanolen (MOF) van tenminste 110 milligram per dag (mg/dag) en een verminderd risico op hart- en vaatziekten. MOF zijn fytochemicaliën aanwezig in verschillende plantaardige producten zoals volkorenproducten, peulvruchten, thee, cacao en rode wijn. Vanwege de antioxidatieve eigenschappen kunnen MOF de gezondheid van het endotheel en de vasculaire functie verbeteren. Het doel van dit afstudeeronderzoek was om een verband te bepalen tussen MOF inname en demografische kenmerken bij DM2-patiënten met microalbuminurie. Een ander doel was om te onderzoeken of dagelijkse MOF inname geassocieerd is met cardiovasculaire risicofactoren en complicaties bij deze patiënten. Deze informatie zou gebruikt kunnen worden door het Erasmus MC en de beroepspraktijk voor optimalisatie van het dieetadvies voor patiënten met DM2 met microalbuminurie.
Methode: Dit afstudeeronderzoek is een onderdeel van de FLAVA trial: een onderzoek van 98 participanten in de leeftijd 40-85 jaar met DM2 met microalbuminurie. Bij start van de FLAVA trial werd informatie verzameld over MOF inname en demografische kenmerken (leeftijd,
geslacht, etniciteit en opleidingsniveau) door middel van een vragenlijst en een voedselfrequentielijst. Informatie over cardiovasculaire risicofactoren (body mass index (BMI), middel-heup-ratio, bloeddruk, alcohol en roken) en complicaties (micro- en macrovasculair)
werden opgehaald uit medische dossiers. De gegevens van de participanten uit de FLAVA trial werden voor dit afstudeeronderzoek gebruikt.
Resultaten: Gemiddeld consumeerden participanten 160,6 (± 21,02) mg/dag MOF (mediaan = 77,84 (IQR= 45,77-222,96)).
De productcategorieën dranken (thee en rode wijn) en chocolade droegen het meest bij aan deze inname, respectievelijk 53,6% en 24,7%. Participanten veranderden de MOF inname niet statistisch significant tijdens en na het onderzoek. De MOF inname bleek positief geassocieerd met het opleidingsniveau: laag (n = 27, 91,99 (± 88,93) mg/dag), gemiddeld (n = 41, 185,29 (± 225,56) mg/dag) en hoog (n = 12, 191,96 (± 147,69) mg/dag), (p= 0.036). Er werden geen associaties gevonden tussen de prevalentie van cardiovasculaire
complicaties en MOF inname (p = 0.156). Participanten met graad 1 hypertensie consumeerden statistisch significant meer MOF (n = 24, 240,14 mg/dag) dan participanten met een gezonde bloeddruk (n = 29, 125,02 mg/dag) en graad 2 hypertensie (n = 19, 142,43
mg/dag), (p = 0.027). Etniciteit, leeftijd, geslacht, BMI, middel-heup-ratio, alcohol en roken waren niet geassocieerd met MOF inname.
Conclusie en discussie: In dit cohort van DM2-patiënten met microalbuminurie werd een positieve correlatie waargenomen tussen de MOF inname en het opleidingsniveau. Hoge MOF inname wordt beschouwd als onderdeel van een gezond en gevarieerd dieet, dit zou kunnen bijdragen aan deze uitkomst: mensen met een hoger opleidingsniveau eten over het algemeen gezonder. Informatie uit dit onderzoek kan een basis vormen voor verder onderzoek met een grotere steekproefomvang om dit resultaat te bevestigen en het effect van MOF te onderzoeken voor eventuele aanpassing in de dieetadvisering voor een extra MOF inname in het voedingspatroon van deze doelgroep

Toon meer
OrganisatieDe Haagse Hogeschool
OpleidingGVS Voeding en Diëtetiek
AfdelingFaculteit Gezondheid, Voeding & Sport
PartnerErasmus Medisch Centrum, Rotterdam
Jaar2020
TypeBachelor
TaalNederlands

Op de HBO Kennisbank vind je publicaties van 26 hogescholen

De grootste kennisbank van het HBO

Inspiratie op jouw vakgebied

Vrij toegankelijk