De grootste kennisbank van het HBO

Inspiratie op jouw vakgebied

Vrij toegankelijk

Terug naar zoekresultatenDeel deze publicatie

Spelend leren

Onderzoek naar de implementatie van methodiek Floorplay binnen de dagbehandeling van de Speeldoos

Rechten: Alle rechten voorbehouden

Spelend leren

Onderzoek naar de implementatie van methodiek Floorplay binnen de dagbehandeling van de Speeldoos

Rechten: Alle rechten voorbehouden

Samenvatting

Het afstudeeronderzoek is uitgevoerd voor Zozijn Kind & Jeugdhulp, binnen de dagbehandeling van Orthopedagogisch Centrum de Speeldoos in Zutphen. Binnen de Speeldoos wordt zorg en behandeling geboden aan kinderen en jongeren (0-18 jaar) met een ontwikkelstoornis en/of een ontwikkelingsachterstand.

Binnen de dagbehandeling bleek er onder de (coördinerend) pedagogisch ondersteuners een duidelijke behoefte te bestaan naar handvatten, kennis en kunde, zodat zij de sociaal-emotionele ontwikkelingscapaciteiten van het jonge kind kunnen ondersteunen en versterken. De Speeldoos wil de methodiek Floorplay in gaan zetten. Floorplay is ontwikkeld door de Regionale Instellingen voor Opleiding en Nascholing (RINO) en richt zich op het spelenderwijs stimuleren van de sociaal-emotionele ontwikkeling van jonge kinderen (0-7 jaar) met een ontwikkelingsachterstand.

Om Floorplay in te kunnen zetten, zal de methodiek volledig geïmplementeerd moeten worden. Hiervoor zullen medewerkers een Floorplay-opleiding moeten volgen tot coach of specialist. Daarnaast moeten de medewerkers van de dagbehandeling helder hebben wat haalbaar en wenselijk is rondom het implementeren van Floorplay.

De probleemstelling is gericht op het verkrijgen van inzicht in wat de medewerkers van de dagbehandeling nodig hebben om elementen van Floorplay te kunnen integreren. Met behulp van het vooronderzoek, de literatuurstudie en de probleemstelling is de volgende onderzoeksvraag geformuleerd met aansluitende deelvragen:

Op welke wijze kunnen elementen van Floorplay geïntegreerd worden binnen de dagbehandeling van de Speeldoos?
- Welke mogelijkheden ervaren medewerkers van de Speeldoos voor het integreren van elementen van Floorplay in de huidige werkwijze?
- Welke behoeften hebben medewerkers van de Speeldoos met betrekking tot het integreren van elementen van Floorplay binnen de dagbehandeling?
- Welke mogelijkheden zijn er binnen de organisatie om tegemoet te komen aan randvoorwaarden die noodzakelijk zijn om elementen van Floorplay te implementeren?

Om de bovenstaande hoofd- en deelvragen te kunnen beantwoorden, zijn zeven medewerkers van de Speeldoos geïnterviewd. Door middel van twee interviewguides zijn in semigestructureerde interviews hun percepties over de mogelijkheden, hun behoeften en de randvoorwaarden bij de implementatie van Floorplay binnen de dagbehandeling bevraagd.

Deelvraag 1:
Uit de interviews met (coördinerend) pedagogisch ondersteuners blijkt dat tijdens werk-, speel-, verzorgingsmomenten en tussendoor Floorplay ingezet kan worden, zowel individueel als in groepsverband, als de activiteiten simpel zijn en weinig voorbereiding kosten. Om hun enthousiasme te kunnen delen, kunnen ze elkaar vertellen over Floorplay, succeservaringen delen en elkaar filmmateriaal laten zien. De EMB-groep is volgens een aantal (C)PO’ers een lastige doelgroep om de methodiek bij uit te voeren, maar dit kan volgens andere (C)PO’ers wel in kleinere stapjes. Evaluatie kan plaatsvinden door mondelinge communicatie, een maandelijks Floorplay-overleg en de al bestaande overleggen. Kennis kan overgedragen worden door elkaar erover te vertellen tijdens het werken op de groep, door voor te doen en door te oefenen. Er is nog geen overleg-moment waar PO’ers bij betrokken worden en ook invallers worden nog niet meegenomen bij Floorplay. Zij kunnen tijdens kind-tijd geïnformeerd worden door de CPO’ers. Er wordt al materiaal verzameld voor themabakken en er wordt een document gemaakt met de rode draad van Floorplay die als basis kan dienen voor alle kindercentra.

Deelvraag 2:
Bij de uitvoering van Floorplay hebben de (C)PO’ers behoefte aan duidelijkheid door het creëren van een richtlijn met de uitgangspunten van Floorplay en door themabakken samen te stellen. Hiervoor is er meer tijd en extra handen nodig, door bijvoorbeeld een stagiaire. Ook willen PO'ers meer betrokken worden bij de uitvoering van Floorplay. Tenslotte willen de (C)PO'ers afspraken over hoe de Floorplay-doelen van kinderen vormgegeven gaan worden. De (C)PO’ers hebben behoefte aan halfjaarlijkse evaluatiemomenten, een basisformat voor de uitvoering en aan overleggen Zozijn-breed. Ook hebben ze behoefte aan een wekelijks oefenmoment met ondersteuning van videobeelden, aan het delen van ervaringen onder kind-tijd, aan een (half-)jaarlijkse scholings-dag, aan ieder kwartaal intervisie en aan scholing voor meer medewerkers waaronder invallers.

Deelvraag 3:
Er moet rekening worden gehouden met de beschikbaarheid van ruimtes en van tijden om Floorplay-activiteiten te kunnen doen binnen het dagprogramma. Ook moet er een beschikking vanuit de gemeente komen. Bij het kunnen evalueren van Floorplay-doelen moet ook rekening gehouden worden met beschikbare tijd, ruimtes, geld en kind-factoren. Floorplay-doelen kunnen al meegenomen worden in de dagelijkse doelrapportages en zorgplan evaluaties. Wanneer er extra evaluatiemomenten gaan plaatsvinden, moet er extra tijd, ruimte en geld vrijkomen. De evaluatie van de methodiek kan tussendoor op de groep, tijdens bestaande overleggen, of het kan (twee)jaarlijks ingepland worden. Hiervoor is ook een beschikking nodig. Zozijn-breed wordt informatie verspreid door middel van een nieuwsbrief. Dit kan ook via Intranet of mail door de assistent-manager. Er zijn al tweewekelijkse oefenmomenten onder leiding van de orthopedagoog, maar dit kan uiteindelijk ook door CPO’ers gedaan worden. Om PO’ers mee te kunnen nemen in Floorplay-trajecten, is ook een beschikking nodig. Naast de oefenmomenten wordt er een themabak gemaakt met Floorplay-materiaal en een document met basisinformatie. Er kan een scholings-dag georganiseerd worden door RINO of in-company en intervisie wordt al gedaan. De orthopedagoog en CPO’ers hebben de leiding over de implementatie. Er is door hen behoefte aan meer contact met andere kindercentra en ze willen via deze andere kindercentra kijken hoe de ergotherapeut, de logopedist, de fysiotherapeut en de video interactiebegeleider (hierna disciplines) betrokken kunnen worden. De medewerkers die de scholing volgen hebben een uitvoerende taak en de manager heeft de taak om andere medewerkers te betrekken en hen de ruimte te geven voor ontwikkeling. De manager kan met ondersteuning van de orthopedagoog een beschikking aanvragen bij de gemeente.

Aan de hand van de resultaten is geconcludeerd dat er ruimte, materiaal en tijd aanwezig is voor Floorplay. Hierbij is het wel wenselijk om een richtlijn op te stellen en een themabak met materiaal te maken voor op de groepen. Verder kan er geconcludeerd worden dat er afspraken gemaakt moeten worden over wanneer de methodiek precies ingezet en geëvalueerd wordt en op welke manieren de doelen worden geëvalueerd. Hierbij is het belangrijk dat andere disciplines en kindercentra ook betrokken worden en moet er geïnvesteerd worden in extra scholing. Om dit alles te kunnen realiseren moet er een beschikking aangevraagd worden bij de gemeente.

Toon meer
OrganisatieHogeschool van Arnhem en Nijmegen
OpleidingPedagogiek
AfdelingAcademie Mens en Maatschappij
PartnerOrthopedagogisch Centrum de Speeldoos, Zutphen
Datum2019-06-11
TypeBachelor
TaalNederlands

Op de HBO Kennisbank vind je publicaties van 26 hogescholen

De grootste kennisbank van het HBO

Inspiratie op jouw vakgebied

Vrij toegankelijk