De grootste kennisbank van het HBO

Inspiratie op jouw vakgebied

Vrij toegankelijk

Terug naar zoekresultatenDeel deze publicatie

Risicogericht toezicht op het brandveilig gebruik van ziekenhuizen

Onderzoeksrapport

Rechten: Alle rechten voorbehouden

Risicogericht toezicht op het brandveilig gebruik van ziekenhuizen

Onderzoeksrapport

Rechten: Alle rechten voorbehouden

Samenvatting

Brandveiligheid in de zorg vormt voor de bestuurders van zorginstellingen en het bevoegd gezag al jaren een aandachtspunt, mede door de verminderd- en niet zelfredzame personen die zich in deze gebouwen bevinden. De Omgevingsdienst houdt namens de Gemeente Amsterdam toezicht op vier ziekenhuizen die op zes locaties zijn gevestigd in de gemeente Amsterdam. In deze ziekenhuizen wordt onder andere aan verminderde en niet zelfredzame patiënten nachtverblijf geboden.

In dit onderzoek is onderzocht in hoeverre het brandveiligheidsniveau kan worden verbeterd in zorginstellingen met niet zelfredzame patiënten door middel van risicogericht toezicht. De centrale vraag van het onderzoek luidt: “In hoeverre kan het huidige toezichtproces van de Omgevingsdienst met betrekking tot het brandveilig gebruik op ziekenhuizen met niet zelfredzame patiënten worden verbeterd door gebruik te maken van een risicogerichte methodiek?”

Brandveiligheid is erop gericht om veilig te kunnen vluchten bij een brandsituatie. Brandveiligheid is een combinatie van drie essentiële aspecten, namelijk het gebouw, de technische installaties en het menselijk gedrag. Daarnaast is brandveiligheid opgenomen in wet- en regelgeving, waaronder het Bouwbesluit 2012. Het Bouwbesluit 2012 bevat onder andere minimale eisen voor de brandveiligheid van een (te (ver)bouwen/ tijdelijke/bestaande) bouwwerk.

Zoals hierboven is aangegeven is het menselijk gedrag een essentieel aspect in de brandveiligheid. Er zijn drie menselijke aspecten die van belang zijn in een brandsituatie, namelijk de mate van het vermogen van een persoon om zelfstandig te kunnen verplaatsen in samenhang met de lichamelijke gesteldheid, het inzicht om te kunnen vluchten en in hoeverre een persoon in staat is om zelf te handelen in een brandsituatie; de zelfredzaamheid.

Nu invulling is gegeven aan de begrippen brandveiligheid en zelfredzaamheid kan er worden gekeken naar in hoeverre aan deze begrippen invulling is gegeven in het regelgericht toezicht en risicogericht toezicht. Waar er in het regelgericht toezicht voornamelijk wordt gekeken naar de gebouwkenmerken en installatietechnische kenmerken, wordt er in een risicogericht toezicht ook gekeken naar de organisatorische aspecten (de menselijke aspecten) en de brandrisico’s.

De Omgevingsdienst maakt gebruik van het Convenant brandveiligheid in de zorg om toezicht te houden op de brandveiligheid van de ziekenhuizen. Er wordt een gezamenlijke aanpak gehanteerd, waarbij overheid en zorginstellingen, eenieder vanuit zijn of haar eigen verantwoordelijkheid en bevoegdheid, samenwerken aan de brandveiligheid.

Het Convenant kent risico’s op het gebied van het omschakelen van regelgericht naar risicogericht toezicht. De gebruikte vragenlijsten in de nulmeting zijn te algemeen, de processchema’s gaan er ten onrechte van uit dat er sprake is van een eindsituatie en er is geen goede borging van risicogericht toezicht houden bij de Omgevingsdienst. Daarnaast gaat het Convenant er ten onrechte van uit dat (onderdelen van) gebouwen voldoen aan minimale brandveiligheidseisen en er zijn geen afspraken gemaakt met betrekking tot de toezichtcontrole op de kwaliteitsborging.
Bovendien is uit de enquête naar voren gekomen, dat er bij de ziekenhuizen een behoefte bestaat om de risico’s te prioriteren, de voortgang van het proces te waarborgen, periodieke overleggen te voeren en een praktische invulling te gegeven aan het veranderende brandveilig gebruik. Op grond van de hierboven genoemde punten dient het Convenant te worden aangescherpt om deze risico’s te beperken.

Om verder te analyseren op welke punten het huidige toezicht kan worden verbeterd, zijn de risicogerichte toezichtmethodieken voor zorginstellingen van drie andere overheidsinstanties vergeleken. De risicomethodieken hebben veel raakvlakken met elkaar. Alle methodieken zijn gebaseerd op wet- en regelgeving, toepasbaar op complexe gebouwen en de risico’s worden in kaart gebracht. Er wordt actief gebruik gemaakt van gelijkwaardigheid en de BIO aspecten worden meegenomen in de methodiek. Ze hebben allen een positief effect op de ontruiming. Het verschil zit in de uitvoering van de methodiek, waarbij er bijvoorbeeld gebruik wordt gemaakt van een App om de brandrisico’s in kaart te brengen en het PDCA-cyclus om de kwaliteit van de brandveiligheid te verbeteren en te borgen.

Nu de risico’s in kaart zijn gebracht en er de risicogerichte toezichtmethodieken voor zorginstellingen van drie andere overheidsinstanties zijn vergeleken, kan er de centrale vraagstelling van dit onderzoek worden beantwoord. Er kan worden geconcludeerd dat het huidige proces kan worden verbeterd. Er is ruimte voor verbetering van het huidige toezichtproces met betrekking tot de hierboven genoemde risico’s.

Met het oog op de verbeteringen zijn de volgende aanbevelingen gedaan met betrekking tot het Convenant: • de risico’s dienen te worden geprioriteerd; • het voortgangsproces dient te worden geborgd door middel van het PDCA-cyclus; • de kwaliteit dient te worden geborgd; • het risicogericht toezicht dient te worden geborgd in processen en systemen; • de nulmeting kan anders worden ingestoken; • er dient een training te worden gegeven / een opleiding te worden gevolgd door de toezichthouders en vergunningverleners voor een risicogestuurde aanpak; • andere afdelingen dienen te worden betrokken binnen het traject om het proces van de omgevingsvergunning of gebruiksmelding te versoepelen; • er dienen periodieke overleggen te worden gevoerd ten behoeve van de kennisdeling; • er dient een praktische invulling te worden gegeven aan het veranderend gebruik; • de hierboven genoemde aanbevelingen kunnen ook worden toegepast op het reguliere, risicogerichte toezichtmethode (Hot100); • er dient rekening te worden gehouden met de Omgevingswet bij het aanpassen van de processen en systemen en het aanbieden van een opleiding/training, zodat er ook toekomst gericht kan worden gewerkt.

Toon meer
OrganisatieHogeschool van Arnhem en Nijmegen
OpleidingBouwkunde
AfdelingAcademie Built Environment
PartnerOmgevingsdienst Noordzeekanaalgebied
Datum2019-05-28
TypeBachelor
TaalNederlands

Op de HBO Kennisbank vind je publicaties van 26 hogescholen

De grootste kennisbank van het HBO

Inspiratie op jouw vakgebied

Vrij toegankelijk