De grootste kennisbank van het HBO

Inspiratie op jouw vakgebied

Vrij toegankelijk

Terug naar zoekresultatenDeel deze publicatie

Hoogbegaafde onderpresteerders in een secundaire bovenbouwschool: Een praktijkgericht onderzoek naar een concreet ondersteuningsmodel

Open access

Rechten:Alle rechten voorbehouden

Hoogbegaafde onderpresteerders in een secundaire bovenbouwschool: Een praktijkgericht onderzoek naar een concreet ondersteuningsmodel

Open access

Rechten:Alle rechten voorbehouden

Samenvatting

Dit praktijkgericht onderzoek heeft hoogbegaafde onderpresterende leerlingen als kernthema. Hoogbegaafdheid wordt door leraren meestal ervaren als een “luxe” voor de betrokken leerlingen. Zij worden automatisch geacht ook schitterende resultaten te halen. De literatuur over hoogbegaafdheid leert echter dat hoogbegaafden zeker niet automatisch goede schoolse resultaten behalen. De praktijk op de school waar dit onderzoek plaatsvindt, bevestigt dit inzicht.

Hoogbegaafdheid op zich ervaren leraren dus niet als een mogelijk probleem, maar als het gaat om onderpresterende hoogbegaafden zijn leraren vaak wel bereid om actie te ondernemen. Vandaar dat dit specifieke onderwerp meteen een goede insteek is om hoogbegaafdheid in het algemeen op de beleidsagenda te plaatsen.

Dit onderzoek heeft als centrale onderzoeksvraag of de toepassing van het Achievement Motivation Enhancement model (AME-model) van Desmet, Pereira & Peterson (2019) de prestatiemotivatie en de betrokkenheid van hoogbegaafde onderpresteerders verhoogt en in tweede orde of die verhoogde motivatie dan ook leidt tot betere studieresultaten.

Omdat het niet enkel de bedoeling is om het AME-model in de praktijk te testen, maar tegelijk om een aantal betrokken leerlingen effectief vooruit te helpen en om hoogbegaafdheid op de schoolagenda te plaatsen, werd geopteerd voor een actiegericht onderzoek waarbij ook één leerkracht en de ouders werden betrokken. In overleg met Ophélie Desmet (ontwerper/bedenker van het AME-model) werden zes concrete sessies met zes geselecteerde leerlingen opgezet. Op die manier konden diepgaande gesprekken worden gevoerd en konden in iedere sessie één of twee aspecten uit het model in de praktijk worden toegepast.

Uit het onderzoek blijkt dat gemiddeld genomen de zes leerlingen op de acht clusters van het AME-model een positieve evolutie doormaken. Veralgemening zou te voorbarig zijn aangezien het om een kleinschalig onderzoek gaat van een groep van zes jongens die allemaal een studierichting in de 3de graad ASO volgen. In dit kleinschalige onderzoek heeft de toepassing van het model wel degelijk een positieve invloed gehad. Gezien de omstandigheden, met name de coronacrisis met als gevolg de korte periode waarin het onderzoek heeft plaatsgevonden, hebben we ook geen antwoord kunnen geven op de vraag of de verhoogde prestatiemotivatie en betrokkenheid ook finaal tot betere studieresultaten leidt.

Wel is duidelijk geworden dat de aanpak op een aantal punten moet bijgesteld worden. Zo missen we de structurele terugkoppeling naar vak- en klassenleraren en naar ouders. Verder dienen de interviews met ouders en leerlingen ingekort te worden (meer doelgericht). De sessies moeten in een andere volgorde worden aangeboden en nog concreter worden gemaakt. Ook naar opvolging van de leerlingen na het project dient een plan uitgewerkt te worden. Het project moet eerder in het schooljaar gepland worden zodat rapporten met elkaar vergeleken kunnen worden en klassenraden gehoord kunnen worden. Op die manier kan duidelijk worden of naast de motivatie ook de resultaten van de leerlingen verbeteren.

Toon meer
OrganisatieFontys
OpleidingMaster Educational Needs
AfdelingFontys Opleidingscentrum Speciale Onderwijszorg
Datum2020-05-25
TypeMaster
TaalNederlands

Op de HBO Kennisbank vind je publicaties van 26 hogescholen

De grootste kennisbank van het HBO

Inspiratie op jouw vakgebied

Vrij toegankelijk