De grootste kennisbank van het HBO

Inspiratie op jouw vakgebied

Vrij toegankelijk

Terug naar zoekresultatenDeel deze publicatie

Remediërende oefentijd in de klas en thuis:

een invulling in samenwerking met ouders en leerkracht

Rechten: Alle rechten voorbehouden

Remediërende oefentijd in de klas en thuis:

een invulling in samenwerking met ouders en leerkracht

Rechten: Alle rechten voorbehouden

Samenvatting

Dit onderzoek is uitgevoerd in het kader van eigen professionalisering tot remedial teacher. De onderzoeker heeft als doel meer zicht te krijgen op het beroep en tegelijkertijd inzicht krijgen in hoe ze in samenwerking met ouders en leerkracht invulling kon geven aan extra rekentijd, zowel thuis als in de klas. De aanleiding hiervoor was haar ervaring als stagiaire RT'er waarbij ze opmerkte dat leerlingen meer rekentijd en hulp nodig hebben dan de RT'er alleen kan realiseren. Ook zijn er ouders die hun kinderen proberen te helpen zonder dat ze precies weten wat ze kunnen doen en zonder dat er aansluiting is op het werk binnen de school.

Dit onderzoek betreft een case studie met drie zwakke leerlingen van groep 4 uit een basisschool in Vleuten, waarbij de RT'er samen met de leerkracht en ouders invulling geeft aan remediërende oefentijd - thuis en in de klas. Met 'remediërende oefentijd' wordt bedoeld rekentijd die naast de regulier RT-tijd wordt gegeven en aansluit op het remediërende programma van de RT-tijd. Het antwoord op de onderzoeksvraag van hoe dit gerealiseerd kan worden, is gevonden binnen de volgende twee deelonderzoeken met de volgende onderzoeksvragen:

Kunnen werkbladen ingezet worden om remediërende oefentijd in de klas te realiseren?
Kunnen computerspelletjes en gezelschapsspellen ingezet worden om remediërende oefentijd thuis te realiseren?
Samenvatting van deelonderzoek 1: in de klas
Leerlingen kregen wekelijks drie keer vijftien minuten extra werktijd in de klas en gingen zelfstandig aan de slag met steeds twee werkbladen per keer. De werkbladen werden gekozen door de RT'er en kwamen voornamelijk uit het programma 'Met sprongen Vooruit', waarmee ook tijdens de RT-tijd werd gewerkt. De werkbladen sloten aan op het werk binnen de reguliere RT-tijd omdat aan dezelfde onderdelen en doelen van het programma 'Met sprongen Vooruit' werd gewerkt. Die doelen zijn van tevoren vastgesteld aan de hand van diagnostische gesprekken.

De werkbladen werden tijdens de RT-tijd voorbesproken en na afloop van de periode is gekeken hoe leerlingen gescoord hebben. Hierbij zijn de normen van beheersing van de methode Wereld in Getallen gebruikt. Bij minder dan 60% goede antwoorden was er sprake van geen beheersing en dus van een te moeilijk werkblad op het moment van aanbod. Deze werkbladen zijn daarom gezien als niet geschikt voor het zelfstandig werken op het moment dat ze ingezet zijn. Ook zijn er evaluatiegesprekken met leerkracht en leerlingen uitgevoerd.

Uit dit experiment is geconstateerd dat:
- Alle leerlingen een groot deel van de werkbladen niet maken. De oorzaken hiervan liggen in de organisatie (leerlingen wordt gevraagd twee dingen in dezelfde tijd te doen), de moeilijkheidsgraad (de opgave komt voor de betreffende leerling te vroeg), het gebrek aan externe motivatie door het werkblad (het blad is te saai, te weinig boeiend) en in de werkhouding van de leerlingen.

- Van de gemaakte werkbladen een grote deel slecht wordt gemaakt (score lager dan 60%) en daarom te moeilijk zijn op het moment van aanbieding.


De conclusie uit dit deelonderzoek is dat werkbladen ingezet kunnen worden mits:

(1) Ze niet te moeilijk zijn voor de leerlingen op het moment van aanbieden.

(2) Ze de bedoeling van de werkblad begrijpen en er daadwerkelijk mee kunnen werken (en op dat moment geen andere taken hebben). Belangrijk bij de voorbespreking van de werkbladen is het om:

• Werkbladen waarop rekenmateriaal wordt afgebeeld of het gebruik ervan wordt gesuggereerd te introduceren aan de hand van het materiaal zelf.

• Voldoende aandacht te besteden aan de overeenkomsten tussen werkbladen die op elkaar lijken.

• De hoeveelheid verschillende werkbladen die tegelijkertijd worden aangeboden beperkt te houden.

• De benodigde werkhouding bij het werkblad te ontwikkelen en te ondersteunen zodat ze niet direct afhaken op het moment dat ze het antwoord niet direct weten.

(3) Met de leerlingen wordt gewerkt aan hun interne motivatie om ermee aan de slag te gaan.


Samenvatting van deelonderzoek 2: thuis

In het tweede deelonderzoek is onderzocht welke applets (van het Rekenweb) en welke gezelschapsspelen (van 'Met sprongen Vooruit') aansluiten op het remediërende programma van de reguliere RT-tijd en hoe ze aangeboden konden worden zodat ouders een en ander makkelijk konden organiseren en de kinderen er met plezier mee konden werken. Er is vooraf een begingesprek met ouders georganiseerd en na afloop is hen aan de hand van een vragenlijst gevraagd hoe de spellen, zowel inhoudelijk als organisatorisch, bevallen zijn. Hoe leerlingen deze rekentijd hebben ervaren, is verzameld aan de hand van individuele evaluatiegesprekken.

De leerlingen hebben gedurende zeven weken gewerkt met de Rekenweb applets van de PARWO-website (www.parwovoorleerlingen.yurls.net). Ze kregen wekelijks een taakbrief mee waar ook ruimte voor ouders was om de rekentijd te registreren. Van de gezelschapsspellen zijn er vier geschikt bevonden en aangeboden (ze aansluiten op het remediërende programma en hebben eenvoudige spelregels).

Uit dit experiment is geconstateerd dat:
- Twee van de drie leerlingen hebben ieder week met de computerspelen gewerkt, in totaal ongeveer dertig minuten verspreid over twee à drie dagen. Een van de leerling heeft dit niet gedaan, omdat ze geen toegang had tot een computer.

- Er niet met de gezelschapsspellen is gespeeld. De oorzaak hiervan kan gelegen zijn in de organisatie (het begrijpen van de spelregels en het spelen vraagt iets meer tijd en inspanning dan ouders ervoor over hebben) en in de mogelijk weinig interne motivatie van de ouders. Mogelijk zagen de ouders niet in dat de spellen bijdroegen aan de rekenvaardigheid van hun kinderen.

- Zowel de applets als de gezelschapsspelen zijn inhoudelijk goed bevallen door de ouders. Organisatorische gezien zijn de applets, in tegenstelling tot de gezelschapsspellen, wel als beter ervaren. De ouders die aan het onderzoek deelnamen, waren ook bij het begingesprek aanwezig en toonden zich betrokken en gemotiveerd.

- Beide leerlingen vonden de computerspellen leuk; een van hen werkte daar minder gemotiveerd aan. De belangrijkste oorzaken hiervan waren de geringe interne motivatie (het gewoon spelen was leuker en de leerling zag wellicht het waarom van het oefenen met de spellen niet in), de externe motivatie van de applets (sommige applets zijn als te gemakkelijk ervaren) en de organisatie (het huiswerk was voor hem te weinig afgebakend).


Wat betreft de gezelschapsspellen is gebleken dat het aanbieden van spellen met eenvoudige spelregels niet voldoende is om ouders zover te krijgen dat zij dit ook thuis organiseren. Er is meer onderzoek nodig om de onderzoeksvraag ten aanzien van dit type spellen te kunnen beantwoorden.



Wat betreft de computerspellen kan uit dit onderzoek geconcludeerd worden dat deze wel ingezet kunnen worden, wanneer:

(1) Ouders het thuis gemakkelijk kunnen organiseren.

(2) Ouders zowel betrokken als gemotiveerd zijn om het te organiseren.

(3) Applets genoeg uitdagend zijn (externe motivatie), maar ook de leerlingen gemotiveerd zijn om ermee te oefenen (interne motivatie)

(4) De computerspellen zo worden aangeboden dat ze de leerling aanspreken.

Toon meer
Datum2014-12-23
TypeMaster
TaalNederlands

Op de HBO Kennisbank vind je publicaties van 26 hogescholen

De grootste kennisbank van het HBO

Inspiratie op jouw vakgebied

Vrij toegankelijk