De grootste kennisbank van het HBO

Inspiratie op jouw vakgebied

Vrij toegankelijk

Terug naar zoekresultatenDeel deze publicatie

Schoolkeuzeadvisering óók op basis van sociaal-emotioneel functioneren van de leerlingen?

Open access

Rechten:Alle rechten voorbehouden

Schoolkeuzeadvisering óók op basis van sociaal-emotioneel functioneren van de leerlingen?

Open access

Rechten:Alle rechten voorbehouden

Samenvatting

Mijn afstudeereerstage heb ik gelopen op het DaCapo College locatie Eysenhegge. Dit is een school voor leerwegondersteunend onderwijs op VMBO basis en kader niveau. Een van de klassen waaraan ik les ging geven was de zogenoemde BBL – PRO klas, een klas voor leerlingen die in scoren tussen VMBO basisberoepsgerichte leerweg en het Praktijkonderwijs. Zij krijgen op deze wijze een kans om in deze speciale klas te functioneren en binnen het reguliere onderwijs hun school carrière te vervolgen. Deze leerlingen worden nauwlettend in de gaten gehouden op didactisch gebied maar nog belangrijker op het gebied van sociaal - emotioneel functioneren.
In het 2de leerjaar, waar ik via mijn stage begeleidster als mentor bij betrokken was, zaten van de origine 16 kinderen nog 6 kinderen die in deze klas hadden gezeten en tot kerstmis nog een kans kregen op Eysenhegge. Op dat moment zouden de leerlingen ongeveer 15 jaar oud zijn en op het laatste moment richting het Praktijkonderwijs kunnen instromen. Deze leerlingen werden door leerkrachten geadviseerd richting het Praktijkonderwijs te gaan, reeds in het eerste jaar en in het tweede jaar weer. Echter ouders beriepen zich erop dat hun kind didactisch voldoende scoorde en ouders zagen er dan niet het nut van in hun kind naar het Praktijkonderwijs te laten gaan. Dat hun kind tegen een spreekwoordelijk plafond op liep en gefrustreerd raakte leken zij niet te zien. Dit gebeurde zowel op didactisch gebied, terwijl Eysenhegge al een traag tempo heeft van een onderbouw die drie jaar duurt. Als op sociaal - emotioneel gebied, waar leerlingen ook zichtbaar uitvielen in de onderwijssetting van Eysenhegge. Vanuit dit probleem werd besloten dat deze thema’s ook binnen dit onderzoek omschreven zouden worden. Zodoende werd de hoofdvraag als volgt geformuleerd:
Welke handvatten kunnen leerkrachten van Eysenhegge gebruiken om de zelfredzaamheid van de leerlingen van 2D met een LWOO beschikking te beoordelen, zodat ze een vollediger advies kunnen geven voor voorzetting binnen het praktijkschool onderwijs ofwel VMBO basisberoepsgerichte leerweg.
Om deze hoofdvraag te kunnen beantwoorden moest onderzocht worden wat zelfredzaamheid betekent. Voor dit onderzoek is er dan ook voor gekozen om gebruik te maken van de definitie van zelfredzaamheid als het in kunnen richten van je leven zonder daarbij hulp nodig te hebben van andere (Vilans, 2009). Ook bleek tijdens de literatuurstudie dat leerlingen met ontwikkelingsstoornissen problemen ondervinden in de regelfuncties van de hersenen (Niemeijer, 2009), waardoor ze problemen kunnen ondervinden met betrekking tot de zelfredzaamheid . Er bleken enkele lijstjes aanwezig te zijn op andere scholen en leerlijnen binnen Eysenhegge waarin de zelfredzaamheid was mee genomen. Deze lijstjes konden richting geven aan de handvatten die ontwikkeld zouden worden.
Op de tweede plaats was het belangrijk helder te krijgen wat het Praktijkonderwijs inhoudt. Door middel van observaties binnen zowel het Praktijkonderwijs als binnen ~ 4 ~

het regulier onderwijs bleek dat er op beide scholen vraag werd gedaan naar zelfredzaamheid van de leerlingen. Echter kon in het onderzoek geconcludeerd worden dat het Praktijkonderwijs de leerling zelfredzaam maakt voor de toekomst in wonen, werken, vrije tijd en burgerschap. Zij hadden hier in hun curriculum duidelijk ruimte om de zelfredzaamheid te bevorderen. Door middel van individueel ingerichte lessen en stages werd ook de zelfredzaamheid extra gestimuleerd. Het regulier onderwijs richt zich op het didactisch gedeelte en streeft erna dat zoveel mogelijk leerlingen een diploma behalen. Er is aandacht voor het sociaal - emotioneel functioneren maar dit is niet als dusdanig opgenomen in het onderwijs. Zo heeft dit onderzoek binnen de kaders van Eysenhegge kunnen bijdragen aan een goede schooladvisering. Dit is gedaan door middel van stellingen waar via een 10 punts- schaal op gereageerd kon worden door de leerkrachten. Sommige stellingen kregen daarbij uiteindelijk een zwaardere weging dan anderen. Nadat alle punten opgeteld waren kwam er een profiel uit. Een profiel voor Praktijkonderwijs, een profiel waarbij de leerling zich kan ontwikkelen en een profiel voor regulier onderwijs. De stellingen zijn nadat ze zijn aangescherpt als volgt geformuleerd;
Stelling 1
De leerling kan zelfstandig reizen.
Stelling 2
De leerling kan zelfstandig afspraken maken en afspraken nakomen.
Stelling 3
De leerling kan zonder hulp zijn spullen organiseren en bij zich hebben.
Stelling 4
De leerling draagt de juiste kleding en kan zich zelfstandig goed verzorgen.
Stelling 5
De leerling kan samenwerken en heeft hierin een probleemoplossend vermogen zonder hulp van een volwassenen.
Stelling 6
De leerling kan op een goede / leeftijdsadequate manier omgaan met andere mensen.
Stelling 7
De leerling kan voldoende lezen, rekenen en schrijven.
Stelling 8
De leerling kan tijdens de les verbanden leggen tussen de geleerde onderdelen.
Stelling 9 ~ 5 ~

De leerling kan adequate vragen stellen omtrent de lesstof.
Stelling 10
De leerling is in staat zelfstandig zijn huiswerk te plannen en te maken.
De mentor blijkt dan ook diegene te zijn die de scan het beste kan invullen, omdat de zelfredzaamheid verder reikt dan wat er in de klas gebeurt. De mentor heeft hier het beste zicht op. Omdat de mentor ook diegene is die het advies aan de ouders geeft is deze persoon hier uitermate geschikt voor.
Uit het onderzoek kan dan ook de conclusie worden getrokken dat de handvatten voor zelfredzaamheid in de beoordeling te gebruiken zijn door de mentor. De mentor kan deze het beste invullen en heeft meer zich op de buitenschoolse zaken dan de vakleerkrachten. De handvatten baseren op zelfredzaamheid en alleen op basis van deze uitkomst advies uitbrengen is niet valide genoeg. Je doet dan immers niet het geheel sociaal functioneren beoordelen. Deze handvatten kunnen bijdragen aan de ontwikkeling van de competenties voor de leerlingen van Eysenhegge. Deze omvatten het gehele functioneren en kunnen zodoende een beter beeld geven. Echter zal de advisering voor Praktijkonderwijs moeilijk blijven, ouders maken uiteindelijk de keuze voor de schoolsoort van hun kind. Doordat ouders het hoogst haalbare willen, beseffen zij niet dat hun kind juist op het regulier onderwijs kan uitvallen op sociaal - emotioneel gebied omdat ze niet functioneren binnen de kleine onderwijssetting van Eysenhegge.
Het doel om handvatten te bieden bij advisering voor Praktijkonderwijs of regulier onderwijs ter advisering voor de ouders is gelukt omdat de handvatten er zijn. In het nieuwe schooljaar gaat de mentor van de BBL PRO klas deze tijdens

Toon meer
OrganisatieFontys
OpleidingLeraar Geschiedenis (Sittard)
AfdelingFontys Lerarenopleiding Sittard
PartnerDaCapo College locatie Eysenhegge Sittard
Datum2015-05-18
TypeBachelor
TaalNederlands

Op de HBO Kennisbank vind je publicaties van 26 hogescholen

De grootste kennisbank van het HBO

Inspiratie op jouw vakgebied

Vrij toegankelijk