De grootste kennisbank van het HBO

Inspiratie op jouw vakgebied

Vrij toegankelijk

Terug naar zoekresultatenDeel deze publicatie

Ik, Jij, Wij

Sociale participatie van kinderen met een verstandelijke beperking

Rechten: Alle rechten voorbehouden

Ik, Jij, Wij

Sociale participatie van kinderen met een verstandelijke beperking

Rechten: Alle rechten voorbehouden

Samenvatting

De Dr. A. van Voorthuysenschool in Rotterdam biedt onderwijs aan zeer moeilijk lerende kinderen. De leerlingen hebben door hun beperking moeite met het leren zoals dat in het reguliere onderwijs gebeurt. De school is onderverdeeld in een basisafdeling (so) en een afdeling voor voortgezet onderwijs (vso). Dit onderzoek richt zich uitsluitend op de basisafdeling.
Vanuit Lennart Zwijnenburg, schoolmaatschappelijk werker op de Dr. A. van Voorthuysenschool, is het geluid gekomen dat de leerlingen van de Dr. A. van Voorthuysenschool geen kinderfeestje vieren. Docenten beaamden dit. Na gesprekken met de directeur van de Dr. A. van Voorthuysenschool Marriëtte Merkelbach, met Lennart Zwijnenburg, en met docenten werd duidelijk dat het vermoeden bestond dat er een groter achterliggend probleem was, namelijk beperkte sociale participatie.
De volgende vraagstelling werd naar aanleiding van de probleemstelling geformuleerd:
“Wat hebben ouders nodig om de sociale participatie van hun kind in de thuissituatie te vergroten?”
Gedurende vier maanden is onderzoek gedaan om bovenstaande vraag te kunnen beantwoorden. Dit door middel van literatuur- en documentonderzoek en interviews met ouders van leerlingen van de Dr. A. van Voorthuysenschool. Aan de hand van deze resultaten is getracht de koppeling te maken tussen de informatie vanuit de literatuur en de behoeften van ouders in de begeleiding van hun kind, gericht op de ontwikkeling van sociale participatie. Naar aanleiding van deze informatie zijn aanbevelingen gedaan richting de opdrachtgever.
Er is literatuur- en documentonderzoek gedaan naar de verschillende gebieden waarin sociale participatie voorkomt, naar de verbinding tussen sociale competenties en de mate van sociale participatie en naar de invloed van een verstandelijke beperking op de mate van sociale participatie. Via interviews is onderzoek gedaan naar de huidige sociale participatie onder verstandelijk beperkte kinderen, naar de belemmeringen die ouders ervaren in de stimulatie van hun kind op het gebied van sociale participatie en de behoeften van ouders die voortkomen uit deze belemmeringen.
Uit het onderzoek bleek dat leerlingen van de Dr. A. van Voorthuysenschool buiten school weinig tot geen contact hebben met hun klasgenoten. Daarentegen heeft het overgrote deel van de kinderen wel sociaal contact met familieleden of buurkinderen. Het ontbrekende contact met klasgenoten wordt door ouders als een gemis ervaren. Het steeds groter wordende belang van ‘wij’, de informele netwerken. Contact met klasgenoten geeft een verstandelijk beperkt kind gelijkwaardige contacten. Dit doordat de leerlingen ongeveer dezelfde ontwikkelingsleeftijd hebben, wat gelijkwaardig contact met zich meebrengt. Het geeft het verstandelijk beperkte kind de mogelijkheid een netwerk op te bouwen. Een verstandelijk beperkt kind heeft hierin wel externe stimulatie nodig. De grootste belemmering die ouders ervaren in de stimulatie van hun kind, is dat zij er moeite mee hebben om hun kind achter te laten bij een andere ouder. Dit omdat zij de andere ouder niet kennen, bang zijn voor misbruik van hun kind of vanwege de beperking van het kind. De behoefte die bij een ouder leeft sluit hierbij aan, meer contact met ouders van klasgenoten van hun kind.
De organisatie van een terugkerende ouder-en-kind-activiteit moet een stap zetten richting de behoeften van ouders. Door deze activiteit kunnen kinderen met elkaar in contact komen en een activiteit volgen, maar tegelijkertijd kunnen ouders elkaar ontmoeten. Een ouder-en-kind-activiteit is volgens verschillende ouders aansluitend op hun behoeften. Daarnaast krijgen de kinderen de mogelijkheid om de op school aangeleerde sociale vaardigheden te kunnen toepassen. Tegelijkertijd leren ouders elkaar kennen, zodat de stap minder groot is om hun eigen kind toe te vertrouwen aan een andere ouder.​

Toon meer
OrganisatieChristelijke Hogeschool Ede
OpleidingMaatschappelijk Werk & Dienstverlening
PartnerDr. A. van Voorthuysenschool, Rotterdam
Jaar2017
TypeBachelor
TaalNederlands

Op de HBO Kennisbank vind je publicaties van 26 hogescholen

De grootste kennisbank van het HBO

Inspiratie op jouw vakgebied

Vrij toegankelijk