Smitjesland 20 jaar na dato.
De uitwerking van het Romeinse verleden van project Si1 en een verkennende uitwerking van project Si10.Smitjesland 20 jaar na dato.
De uitwerking van het Romeinse verleden van project Si1 en een verkennende uitwerking van project Si10.Samenvatting
Dit afstudeeronderzoek is uitgevoerd in opdracht van het Bureau Archeologie en Bodemkwaliteit van de gemeente Nijmegen. Het onderzoek betreft de uitwerking van de Romeinse sporen en structuren van een inmiddels meer dan 20 jaar oude opgraving: Si1. Daarnaast is gepoogd om een verkennende uitwerking te doen van de Romeinse sporen van project Si10. Hier werd in 2003 een Romeinse muntschat van zeven gouden aurei gevonden. Het onderzoek heeft hier een context aan gegeven. De hoofdvraag die tijdens het onderzoek centraal heeft gestaan luidt als volgt: “Wat kan de uitwerking van de Romeinse sporen, aangetroffen bij de opgravingen op Smitjesland (project Si1/vindplaats 32 en project SI10/vindplaats 33), bijdragen aan de bestaande kennis van de Romeinse bewoningsgeschiedenis in de Waalsprong?”
Uit het onderzoek is gebleken dat, naast de reeds bekende Bronstijdfases die verwacht werden, de Romeinse sporen van Si1 binnen een pre-Flavische context passen, waarbij twee huisplaatsen elkaar hoogstwaarschijnlijk binnen een aantal jaar hebben opgevolgd. De vroege datering hangt samen met grote hoeveelheden handgevormd aardewerk dat in de vlakken en sporen werd aangetroffen. Het handgevormde aardewerk en het gedraaide Romeinse aardewerk is doormiddel van een aantal materiaalscans uit elkaar gehaald om zo meer grip te krijgen op het handgevormde aardewerk. Dit is uiteindelijk niet gelukt, vanwege een grote component Bronstijd die aanwezig was.
De faseringen van project Si10 zijn gedurende het onderzoek niet geheel duidelijk geworden, vanwege het verkennende karakter van het onderzoek. Wel is naar voren gekomen dat muntschat toebehoord aan een jongere fase van een nederzetting mogelijk ten noorden van het project heeft gelegen. Een tweede, misschien wel interessantere fase toont parallellen met een nabijgelegen nederzetting (Nla1/13). Hierbij zijn overeenkomsten gevonden in de oeverzone van de restgeul waarin beide opgravingen zijn uitgevoerd. Greppelbanen die parallel lagen aan de restgeul hebben de nederzetting bij Nla1/13 afgebakend en beschermd tegen natte fases. Gezien de ligging aan dezelfde restgeul is het dus niet ondenkbaar dat de greppels in de zone van Si10 een soortgelijke functie hebben gehad.
Over het algemeen kan van de Smitjesland opgravingen gezegd worden dat deze voldoende informatie bieden om verdere onderzoeken uit te gaan voeren. Beide projecten bevestigen een beeld van het Bataafse platteland en de Waalsprong, de grotere regio’s in welke deze liggen.
Organisatie | Saxion |
Opleiding | Archeologie |
Datum | 2023-11-01 |
Type | Bachelor |
Taal | Nederlands |